Bijna elke neurologische patiënt wordt geconfronteerd met evenwichtsstoornissen. Deze evenwichtsstoornissen uiten zich in vallen, een onzeker of instabiel gangpatroon, duizeligheid en bewegingsangst.
Goed je evenwicht kunnen bewaren vraagt o.a. een goede werking je evenwichtsorgaan, je visus, je houdings- en bewegingsgevoel (proprioceptie) en een goede verwerking van al die informatie in de hersenen. Wanneer er spraken is van spierzwakte of coördinatiestoornissen of bij sommige centrale aandoeningen kan het moeilijker zijn om te anticiperen op houdingsveranderingen of om efficiënte opvangreacties uit te voeren.
In de therapie wordt zowel het statisch als het dynamisch evenwicht geoefend. We oefenen op verschillende ondergronden en de balans wordt extra uitgedaagd door armbewegingen, hoofdbewegingen en cognitieve of motorische dubbeltaken toe te voegen. We maken gebruik van verschillende materialen zoals ballen, hoepels, horden… om de obstakels uit het dagelijks leven na te bootsen.
Aangezien evenwichtsstoornissen vaak gepaard gaan met een verhoogd valrisico richten we ons ook op het aanleren van correcte opvangreacties en veilig leren vallen en opstaan.